
[Vers 1] Ah, schone maagd, Lotte Faróna, Ogen blauw als zomerhemel licht, Jouw goedheid straalt als morgenrood, Een gastvrouw zo verlegen maar vol gratie. [Refrein] Lotte Faróna, hartsverlangen, Jouw lach verwarmt als zonnestralen, Laat ons blijven in liefde’s gloed, Lotte Faróna, voor eeuwig mijn. [Vers 2] Je haar, als gouden glans, helder en puur, Als zonnewarmte, zo veilig en waar, In jouw glimlach schijnt een straal van licht, Die mijn hart verwarmt, waar alles begon. [Refrein] Lotte Faróna, hartsverlangen, Jouw lach verwarmt als zonnestralen, Laat ons blijven in liefde’s gloed, Lotte Faróna, voor eeuwig mijn. [Brug] Ook al bloos je, je toont toch wel, Een kracht van staal, een waarheid fel, Je gratie, je charme, jouw rustige gloed, Laat mij voelen, geneest mijn hart met jouw warmte. [Vers 3] Jouw pad is traditioneel, dat weet ik wel, Zuivere liefde, een gouden hart in jou, Met jou groeit liefde, sterk en echt, Een verhaal van banden die verteld moeten zijn. [Refrein] Lotte Faróna, hartsverlangen, Jouw lach verwarmt als zonnestralen, Laat ons blijven in liefde’s gloed, Lotte Faróna, voor eeuwig mijn. [Refrein, hogere toon] Lotte Faróna, hartsverlangen, Jouw lach verwarmt als zonnestralen, Laat ons blijven in liefde’s gloed, Lotte Faróna, voor eeuwig mijn. [Outro] Ah, schone Lotte Faróna, ik beken, Je hebt mijn hartsverlangen gevangen, Om bij jou te zijn, is alles wat ik wil, In de warmte van liefde’s omhelzing.